Wensen ontdekken en ermee aan de slag (durven) gaan lukt veel beter in een goede samenwerking en met overeenstemming over wensen en het te bereiken doel. Over hoe dat proces vorm heeft gekregen vertellen een cliënt, een begeleider en een teamleider van Cosis hun ervaringen.
‘Iemand mag onderweg best fouten maken’
Tekst: Bert Kobus
Foto: Marcel J. de Jong
Op de foto v.l.n.r.: Anja Stol, Elisabeth, Stien Veenstra.
In onze ambulante hulpverlening maken we steeds vaker gebruik van de Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB). Maar hoe werkt deze methode en wat betekent dit in de praktijk? We vroegen het de cliënt, de hulpverlener en de coach.
De cliënt: ‘Ik heb nog nooit zoveel over mezelf nagedacht’
Elisabeth (34) uit Hoogezand krijgt sinds 2017 ambulante ondersteuning van Cosis. Samen met haar begeleider Stien werkt ze aan een nieuw doel: het vinden van ander werk.
‘In korte tijd verloor ik veel mensen om me heen. Ik heb dit nooit een plekje gegeven. Daarom liep ik vast. Ik durfde niets zelf meer, liet over me heen lopen. Dankzij de hulp van Stien gaat het nu beter. Maar er zijn wel dingen die ik wil veranderen. Werk is daar één van.
Vijf dagen per week werk ik aan de lopende band bij het BWR in Hoogezand. Een fabriek waar ze luiers maken. Ik doe in- en ompakwerk. Ik wil dit niet levenslang doen. Ik vind dat ik meer kan. Toen Stien me vroeg wat ik nodig had, heb ik gezegd dat ik graag ander werk wil. Hiermee gaan we nu aan de slag.
Elke dinsdag spreek ik met Stien af. Zij stelt dan vragen en we schrijven van alles op. Ik heb nog nooit zoveel over mezelf nagedacht. Over wat ik wil. Maar ook hoe ik het moet gaan doen. Stien vraagt me wat ik moeilijk vind, wat ik nodig heb.
Een paar weken geleden ben ik op mijn werkleider afgestapt en heb ik gezegd dat ik iets anders wil. Helaas zijn er geen mogelijkheden vertelde ze. Toen was ik wel even boos. Maar ik snap wel dat ik niet morgen al een nieuw baantje heb. Daarom kijken we naar andere oplossingen. Iets met dieren lijkt me bijvoorbeeld heel leuk.
Ik ben vorige week zelf naar de dierenwinkel gegaan. Om te vragen welke opleiding je hiervoor nodig hebt. Best spannend. Maar ik heb het gedaan. Dat voelde goed. Ik durf weer te vragen. En dat werk? Dat komt er zeker weten wel.’
IRB in vogelvlucht:
De Individuele Rehabilitatie Benadering (IRB) richt zich op mensen met langdurige beperkingen. Het doel is om hen in staat te stellen beter te functioneren, zodat ze kunnen wonen, werken en sociale contacten kunnen hebben waar ze zelf willen. Zo zelfstandig mogelijk, met zo weinig mogelijk professionele hulp. De kern van IRB is dat cliënten via gesprekken en activiteiten worden ondersteund bij het verkennen, kiezen, verkrijgen en behouden van doelen. Dit kunnen doelen zijn op het terrein van wonen, werk, vrije tijd, leren, sociale contacten, financiën en ouderschap.De hulpverlener: ‘Je moet leren om af en toe achterover te leunen’
Stien Veenstra is ambulant begeleider van Elisabeth. Ze past de IRB-methode toe om Elisabeth op weg te helpen naar haar droom: het vinden van ander werk.
Stien: ‘Elisabeth is van een verlegen eendje uitgegroeid tot een sterke zwaan. Die ontwikkeling willen we er graag in houden. Toen Elisabeth mij vertelde dat ze iets wilde veranderen in haar werk, leek me dit een perfecte vraag om via de IRB-methode aan te pakken.
Het belangrijkste in deze aanpak is dat Elisabeth zelf aan zet is. Zij stelt haar doelen, zij werkt daaraan. Ik ondersteun en coach. Dit doe ik door open vragen te stellen, tips en adviezen te geven. Zonder te zeggen wat ze wél of niet moet doen. Ik draag dus geen oplossingen aan: zo gaan we het doen…. Het belangrijkste is dat ik Elisabeth ruimte geef om te ontdekken en te leren. En ze weet me hierdoor soms echt te verrassen.
De IRB-aanpak vraagt van mij dat ik continu bewust ben van mijn rol. Hoe zeg ik iets zonder Elisabeth teveel een richting op te sturen? Wanneer laat ik haar begaan, wanneer treed ik wél meer op de voorgrond?
Voor mij is het ook een proces. Ik heb moeten leren om zo nu en dan achterover te leunen. Om niet te snel te willen en alles maar voor een cliënt te regelen. Iemand mag onderweg best fouten maken. Soms moet een cliënt eerst linksom, om later te ontdekken dat rechtsom beter is. Daar leer je van en daardoor groei je.’
De IRB-coach: ‘IRB is anders kijken naar hetzelfde’
Anja Stol is teamleider van CBO Ambulant in Hoogezand. Daarnaast coacht ze meerdere teams bij de toepassing van IRB.
‘Voor iedere hulpverlener geldt dat je heel hard wilt lopen voor je cliënt. Hierdoor schiet je soms ongemerkt in de oplossingsmodus: ik denk dat je dit nodig hebt. In de IRB moet je leren om niet voor de ander te denken. Een cliënt moet zelf ontdekken wat hij graag wil en kan.
De IRB-aanpak helpt cliënt en hulpverlener om samen op pad te gaan. Als hulpverlener sta je de ene keer achter je cliënt, een andere keer ernaast of ervoor. Dit luistert nauw. Je mag niet sturen, maar je moet wel op het juiste moment dat zetje in de goede richting geven. Door te laten zien dat je vertrouwen hebt: positieve bekrachtiging is een belangrijk middel.
Je weet nooit wat je onderweg tegenkomt, hoe lang iets duurt en waar cliënten tegenaan lopen. De coachvragen die ik van hulpverleners krijg, gaan vooral hierover. Kan de cliënt al een volgende stap nemen en hoe ziet die er dan uit? Of hoe help ik mijn cliënt om tot een doel te komen, dat ook écht zijn doel is?
Dit maakt een IRB-traject wel intensiever. Alles gaat in kleine stapjes. Maar op het eind levert het wel meer op. Want, als Elisabeth straks haar doel bereikt, heeft ze dit op eigen kracht gedaan én onderweg ook nog eens enorm veel geleerd.’